Diagnose kwikvergiftiging

   
Inleiding
Testen
1. Symptomen
2. Speekseltest
3. Galvanische stromen meten
4. Kwikbepaling in bloed
5. Kwikbepaling in urine
6. DMPS-test
7. MELISA-test
8. Kwikbepalingen in haarmonsters
9. Haaranalysen
10. Electroacupunctuur
11. X-stralen fluorescentie
12. Metabole deficiënties
  12. 1. Gefractioneerde urine porphyrines
12. 2. Verhoogd 3-methyl histidine

Samenvatting

  

Inleiding

Een kwikvergiftiging kan een hele waslijst gezondheidsklachten veroorzaken. In het klassiek medisch circuit wordt veelal niet de link gelegd met kwik. Doorgaans zal de arts ieder klacht afzonderlijk behandelen maar heeft geen oplossingen voor het geheel van klachten. Indien patiënten dan toch met het vermoeden van kwikvergiftiging bij hun behandelende arts aankomen, wordt dit in vele gevallen niet ernstig genomen

Ook in hun directe omgeving (familie, vrienden) vinden deze mensen geen gehoor voor hun "kwikverhaal". Daarom bestaat er dikwijls een grote behoefte om over een test te kunnen beschikken welke onomstotelijk aangeeft dat men inderdaad met een kwikvergiftiging te maken heeft.

Helaas bestaat er geen goede en betrouwbare test die elke kwikvergiftiging kan aantonen en welke daarenboven bij de klassieke medische wereld algemeen aanvaard wordt. Toch zijn er een aantal testen welke zinvol kunnen zijn bij een eventuele behandeling. Ik geef hieronder een overzicht van de beschikbare testen en bespreek in het kort de mogelijkheden en beperkingen ervan.

    

Testen

1. Symptomen

Een eerste mogelijkheid om een kwikvergiftiging aan te tonen is afgaan op de symptomen. Er zijn zeer veel gezondheidsklachten mogelijk als gevolg van kwikvergiftiging (uitgebreide lijst van symptomen op een site van België of Nederland). De meeste klachten zijn echter niet erg specifiek. Als men veel klachten heeft welke ook door kwik veroorzaakt kunnen worden, kan men een bepaald patroon gaan herkennen. Dit kan echter variëren in functie van het stadium van de vergiftiging (acuut, chronisch of historisch) en is doorgaans erg persoonsgebonden (Symptomen van een kwikvergiftiging).Indien men vele klachten herkent, is er een reële kans dat men wel degelijk met een kwikvergiftiging te maken heeft.

Hiermee is ook meteen de beperking van deze diagnosemethodiek gezegd. Om een duidelijke diagnose te kunnen stellen, moet men dus al heel erg ziek zijn. Nochtans begint een (chronische) kwikvergiftiging doorgaans met zeer onduidelijke symptomen (regelmatig verkouden, stressgevoelig, slecht slapen, rugpijn…..).
     

2. Speekseltest

Indien men amalgaamtandvullingen heeft kunnen deze kwik vrijgeven. De mate waarin ze dit doen is onder andere afhankelijk van de kwaliteit van de verschillende amalgaamvullingen en de aanwezigheid van andere metalen in de mond (vb gouden tanden, titanium stifttanden, beugel,….). Ook bij tandenknarsen kan er beduidend meer kwik vrijkomen dan normaal..

Om na te gaan in welke mate er kwik vrijkomt in de mond, kan men een speekseltest laten uitvoeren. Hierbij wordt er 's morgens een speekselstaal genomen. Daarna gaat men wat met de tanden over elkaar wrijven en dan wordt er opnieuw een speekselstaal genomen. Deze stalen worden dan geanalyseerd voor kwik.

Indien er een hoge waarde voor kwik in het speeksel is vastgesteld, dan is er ongetwijfeld een probleem. Dit geeft immers aan dat er vrij veel kwik vrijkomt, waardoor je duidelijk een grote kans loopt kwikvergiftigd te geraken.

Het is duidelijk dat door deze test enkel een tijdelijke situatie gemeten wordt. Het vrijkomen van kwik kon vroeger veel erger zijn geweest (mogelijk zijn er reeds bepaalde tandvullingen vervangen) of kan later ook veel erger worden (vb als gevolg van tandenknarsen).

Een negatief resultaat geeft echter helemaal geen informatie over de hoeveelheid kwik die reeds in je lichaam zit. Je kan dus behoorlijk wat kwikvergiftigingsklachten hebben en toch een zeer lage meetwaarde voor de speekseltest bekomen.

Ook is het mogelijk dat bepaalde amalgaamtandvullingen kwik lekken aan de wortelzijde van de tand (vb na een wortelpuntbehandeling met amalgaam tot in het kaakbeen). De amalgaam die in het been vrijkomt, zal natuurlijk niet in het speeksel terecht komen.

Een positieve test geeft dus een signaal en is zeker al voldoende reden om zijn amalgaamtandvullingen te laten verwijderen. Een negatief testresultaat is echter helemaal geen garantie dat je niet kwikbelast zou zijn of zelfs dat geen enkele van uw amalgaamtandvullingen kwik vrijgeeft.

Een speekseltest kan uitgevoerd worden bij het Europees Laboratorium voor Nutriënten  en kost 40 EURO.
     

3. Galvanische stromen meten

Galvanische stromen zijn elektrische stromen welke vloeien tussen twee metalen welke met elkaar in verbinding staan met behulp van een elektrisch geleidende vloeistof (vb speeksel).
Afhankelijk van het type metaal dat gebruikt wordt, is deze stroom groter of kleiner.

Bij amalgaamtandvullingen kan gesteld worden dat, hoe groter de stroom, hoe meer kwik er per tijdseenheid vrijkomt in de mond. Door deze stromen te meten welke vloeien tussen verschillende metalen in de mond, kan men zich een idee vormen over de hoeveelheid kwik die er vrijkomt uit bepaalde tandvullingen.

Het meten van deze stromen is zeer eenvoudig en kan snel uitgevoerd worden met speciale maar toch eenvoudige meetapparatuur (vergelijkbaar met multimeter). De test is helemaal niet duur. Er zijn echter zeer weinig tandartsen (zelfs biologische) die over deze apparatuur beschikken.

Zoals voor de speekseltest geldt ook hier dat de test een maat is voor de hoeveelheid kwik die kan vrijkomen. Met de test kan je helemaal niet nagaan in welke mate er sprake is van een kwikvergiftiging. Een positief testresultaat is echter wel voldoende reden om de bestaande amalgaamtandvullingen te laten verwijderen.
     

4. Kwikbepaling in bloed

In het klassiek medisch circuit wordt een kwikvergiftiging vastgesteld aan de hand van de bepaling van kwik in het bloed. De bepaling zelf wordt gedaan met behulp van de meetmethode "atomaire absorptie spectrometrie". Tot voor kort gelde een normaalwaarde voor kwik van 20 tot 25 microgram per liter (mcg/l). Recent heeft men echter vastgesteld dat er in de meetmethode een systematische fout zat, dit als gevolg van de aanwezigheid van lood in de bloedstalen. Sinds enkele jaren wordt hiermee rekening gehouden en neemt men als normaalwaarde 2 tot 10 mcg/l.

De bepaling van kwik in bloed heeft een aantal nadelen. In de eerste plaats is ze niet zo geschikt om een chronische en zeker niet om een historische kwikvergiftiging vast te stellen. Dit komt omdat de hoeveelheid kwik die in het bloed zit zeer snel vermindert na een blootstelling aan kwik (halfwaardetijd van ongeveer 6 uur). Het kwik migreert in die tijd naar de rest van het lichaam (hersenen, lever, beenderen….). Hierdoor zal 24 uur na de blootstelling de meetwaarde voor kwik bijna normaal zijn.

Een andere reden waarom deze methode in gebreke blijft, is dat de verschillende vormen van kwik doorgaans een sterke affiniteit hebben aan een hele waslijst van materialen. Zo is gasvormig kwik zeer goed oplosbaar in een metalen injectienaald. Positief geladen kwik heeft dan weer de neiging om aan de wand of het van het bloedstaalbuisje te blijven plakken. Om betrouwbare meetresultaten te kunnen bekomen moet het staal opgevangen worden in een buisje dat voor kwikbepalingen geschikt is. Het mag ook niet omgeroerd worden, anders bindt er kwik aan het afsluitkapje en is de bepaling waardeloos. Het staal kan dus ook niet gewoon per kerende post verzonden worden. De meeste artsen zijn hiervan echter niet op de hoogte. Doordat bloedkwiktesten bijna altijd negatief zijn, aanvaardt men in de klassieke geneeskunde niet dat er kwikvergiftigingsproblemen kunnen voorkomen als gevolg van amalgaamtandvullingen.

Kort samengevat kan je stellen dat kwikbepalingen in bloed alleen zinvol zijn om een acute kwikvergiftiging (vb na een ongeval met kwik) vast te stellen. De behandelende arts moet dan ook nog op de hoogte zijn van de specifieke voorwaarden voor de staalname en behandeling. Ook moet het analyselabo zeer goed vertrouwd zijn met kwikbepalingen.

Om een kwikvergiftiging als gevolg van amalgaamtandvullingen (chronische en historische kwikvergiftiging) op te sporen is de bepaling van kwik in het bloed helemaal niet aangewezen.
     

5. Kwikbepaling in urine

In de klassieke medische wereld wordt een acute kwikvergiftiging regelmatig vastgesteld met behulp van een kwikbepaling in urine. Dit doet men bijvoorbeeld naar aanleiding van een (arbeids)ongeval met kwik.

Deze bepaling heeft echter belangrijke beperkingen en dit heeft te maken met de normale werking van de nieren. In de nieren wordt in een eerste stap het bloed gefilterd. Hierbij worden de bloedcellen en eiwitten afgescheiden van het water en andere opgeloste stoffen. In een tweede stap gaan de nieren het benodigde water en nutriënten (mineralen, vitaminen, ed.) opnieuw recupereren. Het overtollige water wordt dan samen met afvalstoffen, gifstoffen en zouten als urine naar de blaas afgevoerd.

Bij een kwikvergiftiging komt de meeste kwik in bloed voor als ion (Hg 2+). Deze vorm van kwik bindt zeer sterk aan eiwitten. Aangezien deze eiwitten normaal door de nieren weerhouden worden en dus niet in de urine voorkomen, zal de kwik dan ook niet in de urine voorkomen.

Bij een acute (zware) kwikverftiging is er echter zo veel kwik in het bloed aanwezig zodat de normale werking van de nieren verstoord raakt. Hierdoor kan er toch kwik in de urine gemeten worden.

Als de kwikvergiftiging veroorzaakt wordt door Hg 0 (niet geladen gasvormig kwik), dan bindt deze niet aan de eiwitten en kan het dus wel in de urine terecht komen. Deze vorm van kwik wordt echter zeer snel door het lichaam omgezet in Hg 2+ (tweewaardig positief kwik). Hierdoor zal er al na enkele dagen na de blootstelling aan kwik de meetwaarde voor kwik in de urine nauwelijks nog verhoogd zijn.

De bepaling van kwik in urine is dus enkel zinvol bij een acute kwikvergiftiging en moet dan nog gebeuren vlak na de blootstelling aan kwik (binnen 24 uur). Bij een historische of chronische kwikvergiftiging zal men doorgaans geen abnormale waarden van kwik in de urine terugvinden.
    

6. DMPS-test

DMPS is een stof welke Hg 2+ (tweewaardig positief kwik) bindt. DMPS kan ingenomen worden als een pil of ingespoten worden in het bloed. In het laatste geval moet de toediening echter zeer langzaam gebeuren anders kan dit zeer gevaarlijk zijn. Eens in het bloed zal DMPS de kwik van de eiwitten in het bloed "afsnoepen ". Het geheel DMPS-kwik kan dan via de urine het lichaam verlaten.

Doorgaans wordt na de toediening van DMPS gedurende 4 uur de urine verzameld. De hoeveelheid kwik wordt uitgedrukt in microgram kwik per milligram creatinine (mcg/mg creatinine). De hoeveelheid creatinine is een maat voor de verdunning van het urinestaal.

Bij niet kwikbelaste personen is de hoeveelheid kwik slechts enkele mcg/mg creatinine. Bij kwikbelaste personen kan de concentratie kwik gemakkelijk oplopen tot 80 mcg/mg creatinine en meer. De hoogste waarden worden teruggevonden bij mensen met een acute kwikvergiftiging. Bij een chronische of historische kwkvergiftiging kunnen de waarden nogal uiteenlopen.

Er is doorgaans niet zo een goede correlatie tussen de meetwaarde van de DMPS-test en de symptomen van kwikvergiftiging. Soms hebben mensen met hoge DMPS-test waarden bijna geen gezondheidsproblemen. Anderen met een hele waslijst symptomen van kwikvergiftiging kunnen dan weer laag scoren bij een DMPS-test.

DMPS bindt naast kwik ook een heleboel andere tweewaardig positieve ionen. Vooral voor magnesium en zink kan dit problemen opleveren. Mensen welke gedurende lange tijd blootgesteld werden aan kwik (wat dikwijls het geval is bij amalgaamtandvullingen), hebben doorgaans een tekort aan magnesium en zink. Een heleboel vergiftigingssymptomen zijn het gevolg van een tekort aan magnesium. Doordat DMPS ook magnesium bindt en afvoert naar de urine, kan er door de test nog een groter tekort aan magnesium ontstaan. In een aantal gevallen kan dit zelfs gevaarlijk zijn. Om dit te vermijden kan men best de week voor de handeling extra magnesium en zink innemen. Ook na de behandeling mag men hiermee nog gerust enkele weken doorgaan. Hierover kan je best vooraf met je behandelende arts overleggen.

Er zijn slechts enkel artsen welke een DMPS-test uitvoeren. Je kunt ook zelf aan de slag. Bij het Europees Laboratorium voor Nutriënten kan je terecht voor het product en voor de analyse van het urinestaal. De totale kost is dan 70 EURO (test en DMPS capsule).

Algemeen zou je kunnen stellen dat een DMPS-test een niet zo betrouwbare test is welke ook nog een aantal risico's inhoudt. In de klassieke medische wereld wordt er weinig waarde gehecht aan deze test. Buiten jezelf zal je er weinig mensen in je omgeving mee kunnen overtuigen.
    

7. MELISA-test

Met een MELISA test (MEmory Lymfocyte Immuno Stimulation Assay) kan de immunologische gevoeligheid van personen voor bepaalde metalen bepaald worden. Deze immunologische overgevoeligheid is doorgaans aangeboren en heeft niets te maken met een eventuele vergiftiging. Mensen welke gevoelig zijn voor een bepaald metaal (of metaalverbinding) gaan reeds bij zeer kleine hoeveelheden van deze stoffen in het bloed gezondheidsproblemen krijgen. Een veel voorkomenden klacht is ongewone vermoeidheid. Men verwacht dat ongeveer 4 procent van de bevolking gevoelig is voor één of ander metaal of metaalverbinding.

Voor de test zijn er levende bloedcellen nodig. Hierdoor kan het bloedstaal niet eenvoudig per kerende post naar het labo opgestuurd worden. Men zal het moeten afgeven in het labo of bij een arts welke met deze test vertrouwd is.

Een MELISA-test kan in Nederland uitgevoerd worden bij het Europees Laboratorium voor Nutriënten (ELN). In België kan men onder andere terecht bij dokter De Meirleire aan het Universitair Ziekenhuis te Jette (Brussel).

De prijs van een MELISA-test is afhankelijk van welke metalen of metaalverbinding men wenst te laten testen. De test is eerder duur. In België betaalt men ongeveer 50 EURO per metaal of metaalverbinding. Voor kwik zijn er verschillende vormen welke getest kunnen worden (Hg 0, Hg 1+, Hg 2+, methylkwik, ethylkwik…..). Bij het Europees Laboratorium voor Nutriënten kan men zijn gevoeligheid voor een bepaald pakket metalen laten testen. De prijs is dan 300 EURO per pakket

Samengevat kan men stellen dat men met een MELISA-test geen kwikvergiftiging kan opsporen. Bij gevoelige mensen zal de test positief zijn, ook zonder dat deze mensen kwikbelast zijn. Omgekeerd kan gesteld worden dat er bij heel wat kwikbelaste mensen de test negatief zal zijn. Mensen welke positief zijn voor een van de metalen welke in amalgaam voorkomen, kunnen best hun amalgaamtandvullingen laten verwijderen.
      

8. Kwikbepalingen in haarmonsters

Mensen welke kwikbelast zijn kunnen soms via zweetklieren kwik uitscheiden. Er zijn echter verschillende soorten zweetklieren, sommigen kunnen kwik uitscheiden, andere niet. Zweetklieren van de eerste groep scheiden een soort vet af. Dit vet kan dan aan naburige haren blijven plakken. Hierdoor zullen deze haren ook kwik bevatten. Het voorkomen van deze zweetklieren is niet gelijkmatig verdeeld over het lichaam, zelfs niet homogeen verdeeld over de hoofdhuid. De plaats waar het haarmonster genomen wordt, kan dus het testresultaat beïnvloeden.

Voor een kwikbepaling in haar neemt men het gedeelte van de haren wat de laatste twee maanden gegroeid is (ongeveer twee centimeter vanaf de huid). Hierdoor zou men een idee kunnen krijgen over de eventuele belasting met kwik gedurende de laatste maanden. Het vormt dus een soort van geschiedenis. Men heeft slechts heel weinig haar nodig om de analyse te kunnen uitvoeren. Doordat de verdeling van de bepaald zweetklieren niet homogeen is over het lichaam, kan men beter een groter staal nemen. Doorgaans verkiest men hoofdharen die achteraan het hoofd staan, net boven de nek

Het probleem met haarmonsters is dat er grote verschillen zijn in haartypen en leefgewoonten: dikke of dunne haren, veel of weinig zweet dat aan de haren blijft plakken, frequent of sporadisch wassen, met een neutrale of een basische shampoo enz. Hierdoor is de test niet zo betrouwbaar. Indien bij de test kwik teruggevonden wordt, kan er besloten worden dat er een probleem geweest is. Indien de test negatief is, kan er eigelijk niets besloten worden.

Samengevat kan men zeggen dat kwikbepalingen in haarmonsters bij kwikbelaste mensen lang niet altijd een positief resultaat opleveren. Indien dit toch het geval is, dan is dit zeker voldoende reden om de amalgaamtandvullingen te laten vervangen door andere materialen.
    

9. Haaranalysen

Bij haaranalysen gaat men niet alleen kwik bepalen in het haarstaal maar ook nog vele andere mineralen. Bij kwikbelaste personen is de mineralenbalans veelal verstoord. Aan de hand van de verschillende afwijkingen kan een ervaren arts (met ervaring in het beoordelen van zulke testresultaten) uitmaken of er sprake is van een kwikvergiftiging. Er zijn echter niet zo veel artsen welke hiermee ruime ervaring hebben.

Een voordeel van een haaranalyse is dat uit het testresultaat kan afgeleid worden of er tekorten zijn voor bepaalde mineralen, iets wat zeer courant is bij een chronische kwikvergiftiging. De meest voorkomende tekorten zijn magnesium en zink.

Haaranalysen kunnen dus nuttige informatie verschaffen voor een eventuele behandeling van een kwikvergiftiging op voorwaarde je kan steunen op goede begeleiding van een ervaren arts. Je zal met deze testen echter nooit een klassiek geschoold arts kunnen overtuigen van een eventuele kwikvergiftiging.
     

10. Electroacupunctuur

Bij electroacupunctuur kan men in principe nagaan in welke mate een bepaalde stof in een bepaalde hoeveelheid schadelijk voor u is of juist een gunstig effect heeft.

Het toestel bestaat uit een elektrode welke in de ene hand gehouden wordt. Met een andere elektrode wordt er dan op bepaalde drukpunten op de vingers van de andere hand gedrukt. De te testen stof plaatst men dan in een metalen potje dat in het elektrisch circuit ingeschakeld is. Een meetnaald geeft dan aan of het onderzochte product goed of juist minder goed is voor je gezondheid. Er is ook een computergestuurde versie beschikbaar waarin al een heleboel "signalen" van verschillende stoffen in opgeslagen zijn. Op die manier moet je niet alle materialen in het potje plaatsen, wat handiger is en sneller gaat.

Het mag duidelijk zijn dat dit een zeer alternatieve methode is om een kwikbelasting op te sporen. In de klassieke medische wereld hecht men helemaal geen geloof aan de resultaten van deze testen.

Nochtans wordt in het milieu van de "gelovers" van amalgaam kwikvergiftiging er regelmatig gebruik gemaakt van deze methode. Indien men terecht kan bij een "genezer" welke vertrouwd is met de amalgaamproblematiek, kan deze test een meerwaarde bieden. Aan de hand van deze test kan men soms opsporen welke voedingsmiddelen men eerder moet mijden. Veel kwikbelaste mensen hebben problemen met een heleboel voedingsmiddelen. Doorgaans hebben ze ook tekorten aan bepaalde mineralen en vitaminen. Ook het nut van bepaalde voedingssupplementen kan met een EA-test uitgemeten worden.

Een electroacupuntuurtest kan dus mogelijk kwikbelaste mensen helpen in hun zoektocht naar oplossingen voor hun gezondheidsproblemen. Belangrijk daarbij is dat de behandelaar die de test uitvoert een duidelijke medische achtergrond heeft en vertrouwd is met dit soort van patiënten. Dit is echter dikwijls niet zo. Een goede referentie voor de arts en een kritische benadering zijn zeker aangewezen.
     

11. X-stralen fluorescentie

Mensen welke gedurende lange tijd blootgesteld werden aan kwik (chronische kwikvergiftiging), hebben de neiging een gedeelte van dit kwik op te stapelen in de beenderen. Bij niet kwikbelaste mensen bedraagt de totale hoeveelheid kwik in de beenderen slechts enkele milligrammen. Bij sterk kwikbelaste mensen kan dit oplopen tot 300 mg kwik. Dit zijn zeer grote hoeveelheden aangezien het natuurlijke eliminatieproces van een volwassene gemiddeld slechts 0,075 mg per dag bedraagt.

De in de beenderen opgestapelde kwik kan dus bij een historische kwikvergiftiging (vb als reeds alle amalgaamtandvullingen verwijderd zijn) nog zeer lang voor gezondheidsproblemen zorgen. Daarom kan het nuttig zijn om de hoeveelheid kwik in de beenderen bepalen. Bij een jaarlijkse controle zou men dan kunnen nagaan in welke mate de ontgifting verloopt. Een techniek die daarvoor in aanmerking zou kunnen komen is X-stralen fluorescentie.

X-stralen fluorescentie is ontwikkeld door materiaaldeskundigen. Met deze techniek kan de aanwezigheid van diverse zware metalen aangetoond worden in verschillende materialen zonder ze te moeten beschadigen. De techniek is vooral ontwikkeld voor de bepaling van bijvoorbeeld kwik en lood in verschillende verflagen zonder het verfoppervlak te beschadigen

Bij de techniek wordt het te onderzoeken object bestraald met X-stralen. De aanwezige zware metalen zullen dan een gedeelte van deze straling opnemen en vervolgens weer X-stralen uitzenden. De golflengte van de uitgezonden X-stralen is specifiek voor elke stof. Met behulp van een X-stralendetector, welke bij specifieke golflengtes kan meten, kan men dan de aanwezige hoeveelheid van een bepaalde stof bepalen.

Recentelijk wordt de techniek ook in de medische wereld gebruikt. Zo wordt hij al gebruikt voor het opsporen van een loodvergiftiging (opstapeling van lood in de nieren). Ook zijn er al testen gedaan om de kwikopstapeling in de beenderen te meten. Hiervoor gaat men de meeting uitvoeren op plaatsen waar het bot zeer dicht onder het huidoppervlak zit (vb scheenbeen of schedel). Uit deze testen blijkt dat de kwikopstapeling duidelijk te meten is en dat na één jaar ontgifting er eveneens een daling van de hoeveelheid kwik merkbaar is.

Er zijn echter maar enkele van deze toestellen in Vlaanderen en Nederland beschikbaar. Doorgaans staan ze in wetenschappelijke labo's. Mensen uit de academische wereld hebben echter een zeer grote koudwatervrees voor alles wat kwik en amalgaam is. Ook zijn ze doorgaans niet geïnteresseerd om testen te doen voor het grote publiek. Er kan dus gerust gesteld worden dat deze test voorlopig bij ons nog niet beschikbaar is.

Samengevat kan men stellen dat X-stralenfluorescentie goede perspectieven biedt voor het bepalen van een historische kwikbelasting. De techniek is echter nog niet beschikbaar bij ons.
       

12. Metabole deficiënties

Bij een metabole deficiëntie zijn bepaalde biochemische processen in het lichaam verstoord. In vele gevallen zijn het enzymatische reacties welke niet zo efficiënt verlopen. Indien bijvoorbeeld de afbraak van alcohol verstoord is, zal na het drinken van een enkele glazen bier de alcohol veel langer in het bloed blijven. Ook zal de kans op een kater achteraf veel groter zijn.

Kwik onder de vorm van Hg 2+ kan een heleboel enzymatische reacties in ons lichaam verstoren. Zo kan het de cofactor van bepaalde enzymen, zoals magnesium en zink, vervangen waardoor deze enzymen niet meer of veel minder werkzaam zijn. Er zijn ongeveer 300 enzymen gekend welke magnesium als cofactor gebruiken. Er zijn ook enkele tientallen bekend welke zink als cofactor gebruiken. Het is dus duidelijk dat bij een kwikvergiftiging er een heleboel biochemische processen kunnen mislopen.

Zo kan bij kwikbelaste mensen de verwerking van bepaalde biochemische stoffen te traag verlopen. Het kan gaan om stoffen welke normaal in voeding voorkomen (vb. cafeïne in koffie, thee of sommige frisdranken). Sommige kwikbelaste mensen hebben de ervaring dat ze deze voedingsstoffen best mijden. Ook organische oplosmiddelen (vb dampen bij het verven) kunnen voor problemen zorgen. Men spreekt dan van Multi Chemical Sensitivity (MCS).

Welke enzymen of biochemische processen bij een kwikvergiftiging mislopen kan zeer sterk verschillen per individu. Vooral bij een beperkte hoeveelheid kwik in het lichaam zal bij de ene persoon een bepaald enzym wel gevoelig zijn terwijl bij iemand anders dit niet het geval hoeft te zijn. Hierdoor kunnen er bij een chronische en historische kwikvergiftiging nogal wat verschillen zijn in de symptomen die de verschillende mensen hebben. Bij een acute kwikvergiftiging zijn voor de meeste mensen de symptomen meer gelijklopend, hoewel er ook wel verschillen in "intensiteit " kunnen zijn.

Voor het vaststellen van een kwikvergiftiging zijn er in de medische literatuur al een heleboel testen voorgesteld. Vooral voor de opsporing van kwikvergiftiging bij autistische kinderen worden zulke testen gebruikt. Op volgende sites kan je hierover meer informatie vinden:
    http://www.healing-arts.org/children/holmes.htm
    http://www.chelationtherapyonline.com/technical/p79.htm

Het probleem met de meeste van deze testen is dat ze niet beschikbaar zijn in het standaard gamma van laboratoriumtesten. Het is daardoor moeilijk een labo te vinden dat deze testen kan uitvoeren. Daarbij komt nog dat bijna geen enkele arts ervaring heeft met deze testen en dus de resultaten voor hun moeilijk te interpreteren zijn. Andere testen zijn dan wel goed beschikbaar maar zijn weinig specifiek voor een kwikvergiftiging.

Ik zal hierna twee testen beschrijven welke enigszins beschikbaar zijn en welke vrij specifiek zijn voor een kwikvergiftiging, zijnde: "verhoogd 3-methyl histidine" en "verhoogd coproporphyrine en precoproporphyrine".
    

12. 1. Gefractioneerde urine porphyrines

Wat zijn porphyrines?
Porphyrines zijn nodig voor de aanmaak van hemoglobine. Hemoglobine is de rode kleurstof van het bloed en zorgt voor het transport van zuursof. Het actieve bestanddeel van hemoglobine is een heemgroep. . Heem komt ook voor in cytochroom C. Dit is een enzym welke een zeer belangrijke rol speelt in de energievoorziening in de cel.

Heem zelf wordt opgebouwd uit vier porphyrine moleculen. Porphyrine wordt in het lichaam aangemaakt in verschillende opeenvolgende stappen. Bij een aantal kwikbelaste mensen is er één van deze stappen welke veel trager verloopt. Hierdoor kan er een tekort ontstaan van de porphyrinevorm welke door deze stap gevormd wordt. Er zal ook een opstapeling voorkomen van de vorm welke omgezet moet worden. Bij kwikbelaste mensen is er veelal een verhoging van pentacarboxyporphyrine, precoproporphyrine, copropophyrine I+III (info porphyrine testen).

Gefractioneerde porphyrines bepaling
Doorgaans worden in medische testen bij een bepaling van porphyrines de verschillende vormen van porphyrines tezamen als geheel gemeten. Bij een gefractioneerde porphyrines bepaling gaat men de verschillende vormen van elkaar scheiden en dan van elke vorm bepalen hoeveel er aanwezig is. Er zijn echter niet zo veel labo's welke hiermee vertrouwd zijn. In een beperkt aantal grote ziekenhuizen kan men de test laten uitvoeren. Er zijn ook labo's welke de test via internet aanbieden. De test kost ongeveer 100 EURO 

Porphyrines zijn licht- en temperatuurgevoelig. Je kunt best eerst bij het labo navragen welke maatregelen je moet nemen om het urinestaal in optimale condities te bezorgen. Tijdens hete zomermanden het staal gewoon per kerende post opsturen is niet aan te raden.

Bruikbaarheid van de test.
Gefractioneerde porphyrines bepaling kan zinvol zijn voor elke vorm van langdurige blootstelling aan kwik zoals het geval is bij amalgaamtandvullingen. Zelfs bij kwikbelaste mensen welke nog geen kwikvergiftigingsverschijnselen vertonen, kan de test positieve resultaten opleveren.

Meer info over de test: 
Testing for Toxic Metal- and Chemical-Induced Porphyrinuria


     

12. 2. Verhoogd 3-methyl histidine

Wat is 3-methyl histidine?
3-methyl histidine is een afbraakproduct van eiwitten. Eiwitten zijn opgebouwd uit verschillende aminozuren. Als een eiwit "beschadigt" raakt, wordt het afgebroken tot op het niveau van de aminozuren. Deze kunnen dan herbruikt worden voor de opbouw van nieuwe eiwitten.

Voor de aanmaak van eiwitten wordt de genetische code overgeschreven in mRNA. Dit mRNA wordt dan vertaald in een eiwit. Voor de goede werking van bepaalde eiwitten worden er na deze vertaling nog aanpassingen aangebracht. Zo worden er soms methylgroepen geplaatst op specifieke aminozuren. Indien dit voor histidine gebeurt, ontstaat er methyl histidine.

Als het eiwit later opnieuw afgebroken wordt, komt er dus methyl histidine vrij in plaats van histidine. Voor de heropbouw van eiwit is echter alleen histidine geschikt. Het "overschot" aan methyl histidine komt uiteindelijk in de urine terecht.

De hoeveelheid 3-methyl histidine is dus een maat voor de eiwitafbraak. Deze kan wat hoger zijn dan normaal door bijvoorbeeld ziekte of na een zeer intensieve sportinspanning. In het geval van een kwikvergiftiging is de 3-methyl histidine in de urine veel hoger dan normaal (vb 10x).

Actine en myosine zijn eiwitten welke 3-methyl histidine bevatten. Deze eiwitten vormen het actieve deel van spieren. Ook zijn ze onderdeel van het celskelet en zijn dus belangrijk voor het transport in de cel. Het zijn de meest voorkomende eiwitten in ons lichaam. Actine en myosine zijn zeer gevoelig voor kwik. Logisch dus dat veel kwikbelaste mensen problemen hebben met sporten.

Bepaling 3-methyl histidine.
3-methyl histidine in urine wordt bepaald door een aminozurenspectrum uit te voeren. Hierbij worden een heleboel aminozuren bepaald, waaronder ook histidine en methyl histidine. Deze test geeft dus ook informatie over de mate waarin verschillende vormen van histidine verloren gaat in de urine en over de beschikbaarheid van histidine voor de opbouw van nieuw eiwit.

Voor de test wordt de urine gedurende 24 uur verzameld in een fles. Hiervoor kan een lege bronwaterfles gebruikt worden. Een urinecontainer, welke speciaal bedoeld is voor urinestalen te verzamelen, is echter niet geschikt. Daarin zitten bewaarmiddelen die de meetresultaten kunnen beïnvloeden. Normaal plast een mens 1,5 tot 3 liter per dag. Je kan dus best een bronwaterfles van 5 liter kopen. Deze hebben ook een brede hals wat het verzamelen van de urine gemakkelijker maakt. De dag van het verzamelen van het staal moet de urine koel bewaard worden. Daarna kan je het urinestaal best zo vlug mogelijk naar het labo brengen.

Er zijn slechts enkele labo's welke deze test kunnen uitvoeren. Je kan ze vinden in een aantal grote ziekenhuizen, dikwijls bij de afdeling metabole ziekten. Een test kost ongeveer 50 EURO. Indien je over een doktersvoorschrift beschikt, kan de mutualiteit mogelijk tussenkomen. Voor de praktische regeling kan je best eerst met het labo contact opnemen.

Bruikbaarheid van de test.
De bepaling van 3-methyl histidine is vooral nuttig bij een historische kwikvergiftiging maar kan in principe ook gebruikt worden bij een chronisch kwikprobleem. Een hoge 3-methyl histidine waarde in de urine kan een indicatie zijn van een kwikvergiftiging maar het is volgens de klassieke medische wereld geen bewijs.

Voor een heleboel historische kwikvergiftigingsziekten worden in het alternatief medisch circuit histidine als voedingssupplement gebruikt (vb allergie, Alzheimer, multiple sclerose, fibromyalgie, electromagnetische overgevoeligheid). Het zou dus kunnen dat kwik, door een verhoogd verlies aan histidine in de urine, zorgt voor een tekort aan histidine in het lichaam.

Bij een chronische kwikvergiftiging hebben mensen veelal last van allerlei bacteriële en schimmelinfecties in mond, keel en oren. Recent wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat er lichaamseigen stoffen zijn, namelijk histatines, welke een belangrijke rol spelen in de afweer voor deze infecties. Histidine is heel belangrijk voor de aanmaak van deze histatines.

Samengevat kan men stellen dat een 3-methyl histidine test geschikt is om een chronische of zelfs een historische kwikvergiftiging op te sporen. Met een aminozurenspectrum krijgt men ook informatie over de beschikbaarheid van histidine en over de grootte van het "verlies" aan histidine in de urine. Hieruit kan men dan afleiden in welke mate histidine als supplement nuttig kan zijn.
    
     

Samenvatting

Er is al sinds jaren een grote controverse over het gebruik van amalgaam als tandvulmateriaal. Desondanks men in de klassieke medische wereld altijd heeft beweerd dat er geen gezondheidsproblemen kunnen voorkomen als gevolg van amalgaamtandvullingen, blijven er steeds weer opnieuw ziektegevallen voorkomen welke qua symptomen zeer goed gelijken op een kwikvergiftiging. Deze mensen met een vermeende kwikvergiftiging hebben doorgaans nood aan een test om te kunnen aantonen dat het wel degelijk om een kwikvergiftiging gaat. Dit is uiteraard ook belangrijk voor een eventuele behandeling.

De testen welke in de klassieke medische wereld worden gebruikt voor een kwikvergiftiging aan te tonen (kwik bepaling in bloed en urine) zijn echter enkel geschikt om een zeer acute kwikvergiftiging op te sporen. Ze zijn niet zo geschikt om een chronische of een historische kwikvergiftiging aan te tonen.

Mensen, welke amalgaamtandvullingen in de mond hebben, kunnen met een kwikbepaling in speeksel of door het meten van Galvanische stromen tussen de verschillende tanden nagaan of er veel kwik vrijkomt uit hun tandvullingen. Deze testen geven echter geen informatie over de mate waarin hun lichaam reeds kwikvergiftigd is.

Een DMPS-test zou dit euvel moeten overbruggen. Er is echter niet zo een goede correlatie tussen kwikvergiftigingssymptomen enerzijds en de resultaten van de test anderzijds. Daarenboven kan de test voor zeer erg kwikbelaste mensen ook gevaren in houden.

Met behulp van een MELISA-test kan er nagegaan worden of men gevoelig is aan één van de metalen welke in amalgaam voorkomen. Deze test geeft echter geen informatie over de mate waarin er kwik in het lichaam voorkomt.

Met een kwikbepaling in haren zou men een recente kwikbelasting (laatste twee maanden) kunnen nagaan. Deze test is echter niet zo betrouwbaar gebleken. Een haaranalyse (bepaling van verschillende mineralen in het haar) is doorgaans beter geschikt. Het geeft tevens ook nog informatie over welke mineralentekorten er zich de laatste maanden hebben voorgedaan.

Nog meer informatie over voeding en tekorten kan men bekomen met een electro-acupunctuurtest. Deze test kan gerust als heel alternatief bestempeld worden. Een goede begeleiding door een ervaren behandelaar is dan ook essentieel.

In de medische wetenschap zijn er een aantal testen ontwikkeld welke de opstapeling van kwik in het lichaam kunnen aantonen. Met een X-stralen fluorescentiemeting kan men de hoeveelheid opgestapelde kwik in beenderen opsporen. Deze test vergt specifieke apparatuur welke doorgaans niet beschikbaar is voor patiënten met een kwikvergiftiging.

Er zijn ook testen ontwikkeld welke nagaan of er specifieke biochemische processen ontregeld zijn door kwik. Er zijn echter weinig labo's die deze testen kunnen uitvoeren. Ook zijn er quasi geen artsen welke vertrouwd zijn met deze testen.

Er zijn twee testen welke nog enigszins beschikbaar zijn: de gefractioneerde porphyrines bepaling en de bepaling van 3-methyl histidine. De laatste test kan informatie verschaffen over een eventuele behoefte aan extra histidine.

    

Patrik Peters
    pet_peters@yahoo.com

    

Meer over kwik en amalgaam:

Op deze site
    Startpagina

    

Amalgaam Site België
    http://www.amalgaam.be/

Stichting amalgaamziekte Nederland
    http://www.xs4all.nl/~stgvisie/amalgaam/

     

Disclaimer
De inhoud van deze pagina is opgemaakt aan de hand van persoonlijke ervaringen en inzichten. Alhoewel deze informatie goed wetenschappelijk en biochemisch onderbouwd is, is het op geen enkel moment de bedoeling om medisch advies te verstrekken. Ik wijs dan ook elke verantwoordelijkheid hieromtrent af.

Deze pagina werd laatst bijgewerkt in maart 2006